Promovendi aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) eisen dinsdag 3 december 2019 de stopzetting van het experiment promotieonderwijs. In een door promovendi opgesteld manifest geven zij aan dat het experiment, waarin promovendi als student in plaats van als werknemer werden aangenomen, tot een verslechtering van het onderzoeksklimaat heeft geleid. Daarnaast is er onvoldoende rekening gehouden met het welzijn van de studentpromovendi. Daarom willen zij, naast stopzetting van het experiment, ook een werknemersstatus en compensatie voor de tijd die zij als studentpromovendi werkzaam zijn geweest.
“Het is nu of nooit om de buitensporige negatieve gevolgen van het Experiment kenbaar te maken”, aldus de initiatiefnemers van het manifest. “Op dit moment besluiten universiteiten namelijk of zij meedoen aan de tweede ronde van het experiment. Wij willen voorkomen dat het experiment wordt voortgezet. Dat is in ons eigen belang, maar ook in het belang van eventuele toekomstige promotiestudenten.”
Het experiment heeft grote invloed op het onderzoek, het privéleven en de toekomstige carrières van de studentpromovendi, terwijl ze feitelijk hetzelfde werk doen als werknemerpromovendi. “We worden niet betaald voor onze onderwijsactiviteiten, we missen de juridische bescherming die werknemerpromovendi wel hebben en worden financieel zwaar benadeeld. Allemaal vanwege onze student-status. De beloofde voordelen van het experiment wegen niet op tegen de nadelen, en zijn ook vaak helemaal afwezig.”
Het manifest wordt gesteund door promovendivertegenwoordigingen bij de RUG, maar ontvangt ook brede steun van nationale organisaties als het Promovendi Netwerk Nederland (PNN), vakbonden (VAWO, FNV, CNV en LAD), studentenorganisaties (ISO en LSVb) en wetenschappelijke belangenverenigingen en actiegroepen (PostdocNL, WOinActie). Andere steunbetuigers, promovendi of niet, kunnen zich vanaf vandaag, desgewenst anoniem, ook bij het manifest aansluiten via deze pagina.
Het PNN is blij dat de studentpromovendi zich durven uit te spreken over de nadelige gevolgen die zij ondervinden van het experiment. “Dit manifest laat duidelijk zien dat het experiment is mislukt”, aldus Lucille Mattijssen, voorzitter van PNN. “Door het experiment zijn er grote ongelijkheden tussen promovendi ontstaan, terwijl ze feitelijk hetzelfde werk doen. Bovendien kan er makkelijker misbruik gemaakt worden van promovendi met een studentstatus, omdat zij zich in een afhankelijkheidsrelatie bevinden zonder bescherming van het arbeids- of sociaal zekerheidsrecht. Het feit dat studentpromovendi onbetaald onderwijs moeten geven, terwijl dat helemaal niet mag, is daar een voorbeeld van. Het is dus terecht dat de studentpromovendi nu hun stem laten horen en eisen dat het experiment wordt gestopt.”
Het doel van het experiment was het aantal promovendi te kunnen vergroten en promovendi tegelijkertijd meer vrijheid te geven bij het opzetten van hun eigen onderzoeksproject. Dit werd gerealiseerd door promovendi niet als werknemer aan te nemen, zoals gebruikelijk is, maar hen een lagere beurs te geven voor de duur van hun promotietraject. Hierdoor lopen studentpromovendi, naast 20.000 tot 30.000 euro, ook allerlei rechten mis die werknemerspromovendi wel hebben. Zo bouwen zij geen pensioen op, hebben ze geen recht op vakantiegeld of een eindejaarsuitkering en hebben ze na afloop van hun promotietraject ook geen recht op een werkloosheidsuitkering.
Op dit moment nemen alleen de RUG (850 studentpromovendi) en de Erasmus Universiteit Rotterdam (15 studentpromovendi) deel aan het experiment. Het experiment is in juli op aandringen van een Kamermeerderheid met een tweede ronde verlengd. Negatieve effecten op het onderzoeksklimaat zijn volgens het Besluit Experiment Promotieonderwijs echter voldoende grond om het experiment voortijdig te beëindigen en de studentpromovendi te compenseren.