Deze morgen presenteerde het Promovendi Netwerk Nederland op NPO Radio 1 de resultaten van een grootschalig onderzoek naar de arbeidsvoorwaarden van PhD contracten in 2017-2018. In 2017 nam het aantal dubieuze contracten, met te weinig onderzoekstijd voor de promovendus, verder toe tot 15%. In 2018 nam dit percentage iets af, maar tegelijkertijd verdubbelde het aandeel vacatures waarin de onderzoekstijd onduidelijk bleef. Dit is zorgwekkend omdat in 2018 in de cao voor universiteiten is vastgelegd dat PhD contracten in principe minimaal vier jaar (fulltime) dienen te zijn.

In 2017 nam het aandeel dubieuze PhD contracten (met te weinig onderzoekstijd) toe tot 15 % (14,2% in 2016, 10,1% in 2015). Dat blijkt uit de Monitor Arbeidsvoorwaarden die het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) voor de derde keer uitvoerde. In 2018 is voor het eerst een daling te zien naar 11,2%. In 2018 zijn universiteiten en umc’s echter wel beduidend minder transparant. Ten opzichte van 2017 is er bijna een verdubbeling van het aantal vacatures die de lengte van een PhD contract niet noemen. Dit is zorgwekkend, te meer omdat in 2018 de cao-nu voor het eerst een bepaling bevat die voorschrijft dat PhD contracten ‘in beginsel vier jaar fulltime’ zijn. Deze bepaling heeft mogelijk een averechts effect gehad: in plaats van meer eerlijke contracten lijkt de transparantie af te nemen. PNN pleit daarom voor meer transparantie zodat er op kan worden toegezien dat de vier-jaren norm uit de cao ook daadwerkelijk in de praktijk gebracht wordt.

Meer korte contracten

Een andere verontrustende ontwikkeling is de toename van contracten die voor twee jaar of minder worden geadverteerd. Een aanzienlijk deel van deze contracten bestaat uit zogenaamde PDEng contracten, waarbij aan technische universiteiten deelnemers worden voorbereid op een baan in het bedrijfsleven. PNN vindt het zorgelijk dat dergelijke trajecten geadverteerd worden als “on par with a PhD program”, zoals te lezen valt op universitaire websites. PDEng en PhD zijn verschillende graden. We pleiten er dan ook voor deze uit elkaar te houden, om uitholling van het promotiesysteem tegen te gaan.

Positief is de duidelijke toename van vacatures die melding maakt van eventuele onderwijsverplichtingen tijdens de promotieaanstelling: van 8,2% in 2015 naar 20% in 2018. Dit is een positieve ontwikkeling, maar het blijft om een minderheid van de vacatures gaan. Bovendien blijft de onderwijslast onduidelijk in bijna tweederde van de vacatures waar iets wordt gezegd over onderwijsverplichtingen. Ook hier is dus sprake van een gebrek aan transparantie. PNN onderzoekt deze parameter, omdat bekend is dat onzekerheid over arbeidsvoorwaarden een factor is die de kans op mentale problemen verhoogt.

Data

Voor haar Monitor maakte PNN gebruik van vacaturedata van AcademicTransfer, de grootste wetenschappelijke vacaturewebsite van Nederland.

PNN deed eerder onderzoek naar arbeidsvoorwaarden van promovendi in 2015 en 2016. Beide onderzoeken zijn terug te vinden op deze pagina.

De monitor Arbeidsvoorwaarden 2017-2018 vindt u hier: PNN arbeidsvoorwaarden monitor 2017-2018.

Photo by charlesdeluvio on Unsplash

Deel deze pagina