PERSBERICHT – Internationale beurspromovendi maken zich grote zorgen over hun financiële situatie en vinden het lastig om rond te komen. Gemiddeld verdienen zij slechts 1400 euro per maand om fulltime te promoveren, maar beursbedragen kunnen zo laag zijn als 700 euro per maand, zo schrijft Promovendi Netwerk Nederland (PNN) in haar onderzoek over de werk- en leefomstandigheden van internationale beurspromovendi. Ter vergelijking: in Nederland is het minimumloon 1995 euro per maand. Uit het onderzoek komt naar voren dat de internationale beurspromovendi zich in een zeer kwetsbare positie bevinden. PNN en De Jonge Akademie pleiten daarom voor een fundamentele nationale herstructurering van de positie en financiering van internationale beurspromovendi.
Zo blijkt uit het onderzoek dat internationale beurspromovendi minder rechten hebben dan promovendi in loondienst. Daarnaast ervaren zij vaak verschillen in behandeling tussen beurspromovendi en promovendi in dienst. Doordat zij niet in dienst zijn bevinden zij zich in een onduidelijke positie: ze zijn student noch werknemer. Voorzitter Anneke Kastelein: “Dit werkt op allerlei manieren door: zo komen deze promovendi niet in aanmerking voor studentenhuisvesting, maar hebben ze ook grote moeite om elders te huren omdat zij geen salarisstrook kunnen overleggen. Door deze onduidelijke status heeft deze groep bijvoorbeeld ook geen recht op een Nederlandse zorgverzekering of toeslagen.”
Slechte invloed op mentale gezondheid van beurspromovendi
Ruim een derde van alle respondenten verwacht hun promotieonderzoek niet binnen de toegewezen contractduur af te kunnen maken. Verlengingen zijn moeilijk, of zelfs onmogelijk, te verkrijgen. Twee derde ervaart de werkdruk als (extreem) hoog. Ook krijgt een deel te maken met grensoverschrijdend gedrag. Alle moeilijkheden die deze promovendi ervaren zijn van invloed op hun mentale gezondheid. Ruim een kwart van alle respondenten omschrijft hun mentale gezondheid als (zeer) slecht. Kastelein: “Uit de antwoorden bleek dat sommige beurspromovendi het gehele beursbedrag moeten terugbetalen als zij niet op tijd klaar zijn met hun promotie. In Nederland duurt een gemiddeld promotietraject meer dan 5 jaar, dus deze promovendi staan onder enorme druk om dit binnen 4 jaar te doen.”
De werk- en leefomstandigheden van internationale beurspromovendi moeten worden verbeterd
De bevindingen van het rapport benadrukken de dringende noodzaak tot verbeteringen in de werk- en leefomstandigheden van internationale beurspromovendi in Nederland. PNN is niet tegen buitenlandse beurzen voor individuele promovendi, maar pleit voor een fundamentele herstructurering van de positie en financiering van internationale beurspromovendi. Kastelein: “Deze promovendi leveren hetzelfde onderzoekswerk als werknemer-promovendi, dragen bij aan de resultaten van de onderzoeksgroep en leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse wetenschap. Laat een beurs via de instelling lopen, en neem de promovendus in dienst zoals ook bij andere subsidies gebeurt.” Gezien de kwetsbare positie waarin internationale beurspromovendi zich bevinden, roept PNN instellingen op om direct actie te ondernemen. De voorzitter van De Jonge Akademie, Marie-José van Tol, valt PNN bij: “De promovendi van vandaag zijn de wetenschappers van morgen. We vertrouwen erop dat de wetenschappelijke gemeenschap de belangen van internationale beurspromovendi behartigt en optimale werkomstandigheden voor hen creeërt.”
Er zijn naar schatting 3,800 internationale beurspromovendi in Nederland. Zij ontvangen een maandelijkse beurs, vaak van een buitenlandse overheid, in plaats van een salaris. Het rapport “PNN Monitor: International scholarship PhD candidates” belicht de situatie van internationale beurspromovendi in Nederland. Dit rapport is geschreven door PNN met een bijdrage van De Jonge Akademie.