Promovendi Netwerk Nederland (PNN) heeft met teleurstelling kennisgenomen van de uitspraak van de kantonrechter in de zaak aangespannen door 48 MD/PhD beurspromovendi tegen het Universiteit Medisch Centrum Groningen (UMCG). Voorzitter Meaghan Polack: “Promovendi zijn professionele jonge onderzoekers, verantwoordelijk voor een substantieel deel van het onderzoek in Nederland. Promoveren is daarmee werken en promovendi dienen dan ook als werknemers behandeld te worden.”

Een groep van 48 MD/PhD beurspromovendi eisten gelijke behandeling en waardering als hun collega-werknemerpromovendi. In de praktijk doen zij hetzelfde werk, maar worden zij niet als werknemers erkend, waardoor zij niet onder de geldende cao vallen. Daarmee verdienen ze minder dan (directe) collega’s die meer verdienen en daarnaast bouwen ze bijvoorbeeld ook geen pensioen op. Tussen 2016 en 2018 zijn deze studenten aangenomen die tijdens hun masteropleiding geneeskunde een promotietraject uitvoeren; na vijf jaar zijn zij dan zowel basisarts als gepromoveerd onderzoeker. Buiten deze periode zijn promovendi echter wél als werknemer aangenomen. De kantonrechter ging onder andere mee in de redenatie van het UMCG dat beurspromovendi veel meer vrijheden hebben in keuze van promotie-onderwerp. Polack: ‘Uit eigen onderzoek blijkt echter dat beurspromovendi (waaronder de MD PhD beurspromovendi) niet meer vrijheid ervaren in het kiezen van een onderwerp dan werknemer-promovendi.”

In het vonnis is verder een opmerkelijke uitspraak gedaan door de kantonrechter, waarbij de student-promovendi in vergelijking met maaltijdbezorgers en postpakketsorteerders in een ‘florissante positie’ verkeren: “Deze opmerking is onnodig. Er worden appels met peren vergeleken: onzinnig”, aldus Polack.

De groep eisers is het niet eens met het oordeel en zijn opties omtrent het aantekenen van hoger beroep aan het overwegen

Share this page