De universiteit kan je dienstverband beëindigen voor de afgesproken einddatum als hiervoor redelijke grond is. Voorbeelden van redelijke gronden zijn langdurige arbeidsongeschiktheid, bedrijfsbeëindiging of ongeschiktheid voor een baan. In geval van vroegtijdige beëindiging van een tijdelijk contract gelden de volgende opzegtermijnen:

  1. Eén maand als je minder dan zes maanden in dienst bent geweest.
  2. Twee maanden als je tussen de zes en twaalf maanden in dienst bent geweest.
  3. Drie maanden als je ten minste 12 maanden ononderbroken in dienst bent geweest.

Dezelfde termijnen gelden als je zelf ontslag neemt.

Bij beëindiging van je dienstverband moet de eindejaarsbonus en het vakantiegeld tegelijkertijd met de laatste salarisbetaling worden betaald. Het vakantiegeld krijg je over de periode tussen het einde van de laatste periode waarvoor de vergoeding is betaald en de datum van ontslag.

Transitievergoeding

Als het contract eindigt, kun je een transitievergoeding aanvragen. Deze vergoeding is bedoeld om je de mogelijkheid te geven om bij te scholen of een eigen bedrijf te starten. Het aflopen van een tijdelijk contract wordt ook beschouwd als een vorm van ontslag.

Je kunt geen aanspraak maken op deze vergoeding als je zelf ontslag neemt. Bovendien maak je, als je een vaststellingsovereenkomst met de werkgever tekent, afspraken over de vergoeding. In dat geval krijg je geen transitievergoeding.

Een laatste kanttekening is dat het recht op een transitievergoeding vervalt als de universiteit je een nieuw contract aanbiedt – ongeacht of je dit accepteert. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de evenredigheid van het nieuwe contract. Technisch gezien kan er een veel kleiner contract worden aangeboden.

De hoogte van de transitievergoeding kan worden bepaald met de rekentool van de rijksoverheid.

Deel deze pagina

Meer weten? Neem contact op met Lex Mandos voor advies.

Lex Mandos

Arbeidsvoorwaarden – universiteiten

universiteiten@hetpnn.nl