Er zijn verschillende manieren om promotietraject te doorlopen. Universiteiten en andere onderzoeksinstellingen kunnen promovendi vol- of deeltijds aanstellen, ook worden er duale trajecten aangeboden. Het is ten slotte mogelijk om met eigen financiering promotieonderzoek te verrichten, dan wordt er geen aanstelling verkregen. Lees onderaan deze pagina meer over de verschillende aanstellingsvormen.
Wanneer een aanstelling verkregen wordt bij een universiteit, universitair medisch centrum, of een andere onderzoeksinstelling dan komt automatisch de CAO om de hoek kijken. Het PNN geeft op op de CAO pagina uitgebreid informatie en advies omtrent de drie CAOs. Het Nederlandse universitaire promotieonderzoek vindt veelal plaats binnen onderzoeksscholen. Om uit te zoeken welke onderzoeksschool er zijn, kijk op onze onderzoeksscholen pagina. Uitleg over het systeem van financiering en verwijzing naar een aantal subsidiewebsites vindt u hier. Op onze vacaturepagina krijgt u een overzicht van vacaturewebsite waar u kunt zoeken naar interessante promotievacatures. Als laatste geeft het PNN een aantal tips aan (aankomende) promovendi om hun traject soepel en succesvol te doorlopen.
Werknemerspromovendi
In Nederland is het meest gangbaar dat promovendi in dienst treden van de universiteit of een ander onderzoeksinstituut. Zij hebben een aanstelling voor bepaalde tijd, krijgen salaris, betalen sociale premies en bouwen pensioen op, daarnaast verkrijgen ze een arbeidsverleden, wat belangrijk is bij arbeidsongeschiktheid, werkeloosheid en pensioenen. Deze promovendi vallen onder de CAO-NU, en hebben recht op secundaire arbeidsvoorwaarden.
Het PNN is van mening dat alle door Nederlandse instellingen gefinancierde promovendi als werknemers dienen aangesteld te worden. Een promovendus is een professionele jonge onderzoeker en dient overeenkomstig beloond te worden. Bovendien is de werknemersstatus een unique selling point van Nederland wat betreft het aantrekken van talent uit het buitenland.
Beurspromovendi
Beurspromovendi – ook wel studentpromovendi of bursalen genoemd – zijn niet in dienst bij de universiteit en krijgen dus geen salaris voor hun arbeid. In plaats daarvan krijgen ze een persoonlijke studiebeurs als vergoeding. Er worden geen sociale premies en pensioengelden afgedragen, ook niet voor een tegemoetkoming in de ziektekosten. Er is geen opbouw van arbeidsverleden, en daarmee geen recht op ziektewet, WW of pensioen. Beurspromovendi vallen evenmin de CAO-NU en heeft geen recht op secundaire arbeidsvoorwaarden. Ze hebben ten slotte ook geen recht op een werkplek en mogen geen onderwijs verzorgen aan de universiteit.
Het PNN is tegenstander van de aanstelling van beurspromovendi in plaats van als werknemer. Een promovendus heeft een werknemersrelatie met de instelling waarvoor hij/zij werkt. Het bursalenstelsel biedt de promovendus alleen maar nadelen, zit vol tegenstrijdigheden en is tegen de wet; daarnaast vormt het een extra drempel voor de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie. In december 2008 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen tegen het aanstellen van promovendi als bursalen.
Buitenpromovendi doen promotieonderzoek, zonder daarvoor bij een universiteit aangesteld te zijn. Zij doen hun onderzoek onbezoldigd en in hun eigen tijd uit liefhebberij of in dienst van het bedrijfsleven. Een ieder die buitenpromovendus wil worden, dient zelf contact op te nemen met een beoogd promotor. Informatie voor buitenpromovendi en bijbehorende rechten en plichten kan gevonden worden op de websites van de universiteiten.
Buitenpromovendi
De volgende websites kunnen behulpzaam zijn voor het opstarten van promotieonderzoek zonder aanstelling:
Erasmus Universiteit Rotterdam
Radboud Universiteit Nijmegen
Vrije Universiteit Amsterdam
Open Universiteit